Hoe werkt de gevarenschakelaar?

Posted on
Schrijver: Louise Ward
Datum Van Creatie: 3 Februari 2021
Updatedatum: 23 April 2024
Anonim
Hoe een bougies vervangen op een TOYOTA AYGO 1 (AB10) [HANDLEIDING AUTODOC]
Video: Hoe een bougies vervangen op een TOYOTA AYGO 1 (AB10) [HANDLEIDING AUTODOC]

Wanneer u tijdens het rijden moeilijkheden ervaart als een lekke band, zonder gas of een ongelukkig ongeval, kan uw voertuig aan de kant van de weg of, erger nog, in een actieve rij verkeer, onbeweeglijk zijn. Als dit je overkomt, schakel je de alarmlichten in. De alarmlichten van uw auto geven andere bestuurders om u heen aan dat u problemen heeft met uw voertuig. Ze vertellen andere automobilisten dat ze niet te dichtbij moeten komen en zijn een signaal voor hulp als de alarmlichten gecombineerd worden met een open kap.


Hoe werken de alarmlichten?

Uw alarmlichten worden bediend door op de alarmschakelaar op uw dashboard te drukken. Op sommige voertuigen bevindt zich een knop bovenop de stuurkolommantel, terwijl deze op oudere voertuigen kan worden ingeschakeld wanneer een gevarenschakelaar onder de kolom naar beneden wordt getrokken. De alarmschakelaar activeert de alarmlichten op uw voertuig wanneer er batterijvoeding is. Als uw auto afslaat omdat uw gas opraakt, mechanische problemen heeft of een lekke band, werken de alarmlichten ongeacht of uw auto loopt, de sleutel in het contact zit of niet.

De enige keer dat de alarmlichten niet werken, is als de batterij volledig leeg is.

De alarmschakelaar is een aan / uit-schakelaar met een lage stroomsterkte. Wanneer geactiveerd, voltooit het een circuit. Wanneer deze is gedeactiveerd, wordt het circuit geopend en stroomt er geen stroom meer.

Als u op de gevarenschakelaar hebt gedrukt:

  1. De stroom wordt door het relais van het gevarenlicht naar het signaallichtcircuit geleid. Alarmlichten gebruiken dezelfde bedrading en lichten als het signaal oplicht. Met de schakelaar voor gevaar met lage stroomsterkte kan het relais stroom door het verlichtingscircuit naar de flitser sturen.


  2. Het knipperrelais pulseert de lichten. Wanneer de stroom door het signaallichtcircuit loopt, gaat deze door een module of flitser die alleen ritmisch een puls van kracht afgeeft. De flitser is het onderdeel dat de lichten aan en uit laat knipperen.

  3. De signaallampjes knipperen continu totdat ze zijn uitgeschakeld. De alarmlichten blijven knipperen totdat de alarmschakelaar wordt uitgeschakeld of er geen stroom meer stroomt, wat betekent dat de batterij doodgaat.

Als uw alarmlichten niet werken als u op de knop drukt of als ze worden ingeschakeld, maar niet knipperen wanneer ze zijn ingeschakeld, laat dan een professionele monteur uw waarschuwingssysteem onmiddellijk inspecteren en repareren. Het is een veiligheidssysteem en moet altijd werken.