Koppelingskabels verslijten als het voertuig ouder wordt. Het is echter gebruikelijk dat koppelingskabels vroegtijdig uitvallen door te veel gebruik van de koppeling. Veel bestuurders van voertuigen gebruiken de koppeling telkens wanneer de versnellingshendel wordt verplaatst. Vaak bedienen andere operators koppelingen met een vlottermethode, waardoor het gebruik van het indrukken van een koppelingspedaal niet meer nodig is.
De koppelingskabel varieert in elk voertuig met betrekking tot waar ze zich bevinden en met waar ze verbinding mee maken. De meeste koppelingskabels zijn bevestigd aan de bovenkant van een koppelingspedaal en worden vervolgens naar een koppelingsvork geleid die zich op het huis van een handmatige transmissie bevindt. Zware voertuigen kunnen meer dan één koppelingskabel hebben die aansluit op de koppelingsvork. De meeste nieuwe voertuigen gebruiken hydraulische koppelingssystemen in plaats van mechanische systemen.
Deel 1 van 5: Controleer de staat van de koppelingskabel
Stap 1: Probeer het voertuig in een versnelling te zetten. Druk het koppelingspedaal in en probeer het voertuig in versnelling te schakelen door de versnellingshendel naar een versnellingskeuze van uw keuze te verplaatsen.
Zorg ervoor dat u dit doet met draaiende motor en voldoende ruimte rond de tafel. Als u een schurend geluid begint te horen terwijl u de shifter probeert te verplaatsen, is dit een indicatie dat de koppelingskabel niet correct functioneert.
- Notitie: Als u uw voertuig start en een hard klikgeluid hoort en merkt dat uw koppelingspedaal tegen de vloermatten in de cabine is, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen omdat de koppelingsvork tegen de koppelingsveren aanrijdt.
Deel 2 van 5: De koppelingskabel vervangen
Als u over alle benodigde hulpmiddelen en materialen beschikt voordat u met de werkzaamheden begint, kunt u de klus efficiënter doen.
Benodigde materialen
- Floor jack
- Jack staat op
- Wielkeggen
Stap 1: Parkeer uw voertuig op een vlak, hard oppervlak. Zorg ervoor dat de transmissie in neutraal staat.
Stap 2: Schakel de parkeerrem in op de achterwielen van het voertuig. Plaats wielkeggen rond de achterwielen van het voertuig die op de grond blijven.
Stap 3: Open de motorkap. Hiermee krijgt u toegang tot de motor.
Stap 4: Breng het voertuig omhoog. Gebruik voor het gewicht van het voertuig een op de vloer gemonteerde vloerhefboom, hef deze onder het voertuig op de aangegeven hefpunten.
Doe dit totdat de wielen helemaal van de grond zijn.
Stap 5: plaats de kriksteunen. De kriksteunen moeten onder de krikpuntlocaties gaan.
Laat vervolgens het voertuig op de kriksteunen zakken. Voor de meeste moderne auto's bevinden de opvijzelpunten voor kriksteunen zich op de knellas net onder de deuren langs de onderkant van de auto.
- Waarschuwing: Zorg ervoor dat u de gebruikershandleiding van het voertuig volgt voor goede heflocaties.
Deel 3 van 5: De koppelingskabel vervangen
Benodigde materialen
- Allen-moersleutel ingesteld
- Ball pein hammer
- Dozensleutels in dozen
- Beitel
- klimplant
- Drift
- Boor set
- Elektrische boor
- Naald neus plyers
- Ratel met metrische en standaard sockets
- Omgekeerde tik
- Hamer met zachte kop
- Momentsleutel
- Koppelbit ingesteld
Stap 1: Grijp je tools. Zoek het koppelingspedaal aan de bestuurderszijde van de cabine van het voertuig.
Stap 2: verwijder de splitpen. Met behulp van uw naaldneusvierders, moet u de splitpen verwijderen door een sleufankerpen vast te houden aan het uiteinde van de kabel.
Als uw voertuig een bout heeft die vasthoudt aan het uiteinde van de kabel, moet u de bout verwijderen. Sommige voertuigen hebben misschien gewoon de kabelaansluiting in een gleuf op het pedaal. Als dit het geval is, moet u de naaldneusschroeven gebruiken om de kabel voldoende naar buiten te trekken om hem uit de gleuf te verwijderen.
Stap 3: haakjes verwijderen. Verwijder elke beugel van de firewall in de cabine die de kabelbehuizing kan vastzetten.
Stap 4: Trek aan de kabel. Trek de kabel door de firewall in het motorcompartiment.
Houd er rekening mee dat er geïsoleerde kabelklemmen zijn waarmee de kabel langs het spatbord en het frame van het voertuig wordt bevestigd. Deze geïsoleerde klemmen kunnen schroeven met draaimomentbout of inbuskop hebben of bouten waarmee ze vastgezet zijn.
Soms wordt dit type bevestigingsarmatuur vaak gestript omdat de verkeerde afmeting van het gereedschap wordt gebruikt. Als dat gebeurt, moet je ze boren of beitelen.
Stap 5: pak je gereedschap en klimplant en ga onder het voertuig door. Zoek waar de koppelingsvork zich op het huis van de transmissiebeugel bevindt.
Voor sommige voertuigen kan de uitlaat in de weg zitten van de koppelingsvork.
Als de uitlaat in de weg zit om bij de bouten te komen die de kabel op een beugel naast de koppelingsvork monteren, moet u de uitlaatpijp laten zakken of verwijderen. Lokaliseer de dichtstbijzijnde bevestigingspunten van het uitlaatsysteem van het voertuig.
- Notitie: Houd er rekening mee dat de bouten kunnen breken door roest en vast kunnen worden getrokken. Als de uitlaatbouten breken, moet u de bouten boren en tikken.
Stap 6: Verwijder de bevestigingsbouten van de koppelingskabel bij de koppelingsvorksteun. Sommige beugels kunnen op het huis van de transmissiebeugel worden gemonteerd.
Andere beugels kunnen aan de achterkant van de motor worden gemonteerd, afhankelijk van of het voertuig voorwielaandrijving of achterwielaandrijving is.
Er kan een inline-regelaar zijn met aan beide zijden van schroefdraad voorziene moeren waardoor de kabel vooruit of achteruit kan bewegen door de kabel aan te passen. U moet de regelaar losmaken om te helpen bij het verwijderen van de kabel.
- Waarschuwing: Onthoud niet dat de instellingen voor de regelaar voor de oude kabel zijn uitgerekt.
Stap 7: schuif het kabeluiteinde door. Zorg ervoor dat deze door de gleuf op de koppelingsvork gaat.
Stap 8: Inspecteer de staat van de koppelingsvork met de kabel verwijderd. Smeer alle vetzerkers die zich op de koppelingsvork en het klokhuis bevinden.
Stap 9: Steek het kabeluiteinde in de gleuf van de koppelingsvork. Monteer de kabel aan de beugel in de buurt van de koppelingsvork.
- Notitie: Als de kabel een stelschroef met schroefdraad heeft, zorg dan dat de versteller helemaal los zit en er veel draden zichtbaar zijn.
Stap 10: Leid de kabel door het motorcompartiment. Wikkel de geïsoleerde montageklemmen rond de kabelbehuizing en bevestig deze op de plaatsen waar ze zijn losgekomen.
Stap 11: Voer de kabel door de firewall van het motorcompartiment. Hierdoor kan de kabel in de cabine van het voertuig komen.
Stap 12: Bevestig het uiteinde van de kabel aan het koppelingspedaal. Installeer de ankerpen om de kabel op zijn plaats te houden.
Gebruik een nieuwe splitpen om de ankerpen op zijn plaats te vergrendelen.
- Waarschuwing: Gebruik de oude splitpen niet vanwege uitharden en vermoeidheid. De oude splitpen kan voortijdig afbreken.
Stap 13: Ga onder het voertuig en draai de stelmoeren op de kabel aan. Druk het koppelingspedaal in en meet het pedaal van de pad naar de grond.
Het koppelingspedaal moet enige beweging hebben als het correct is afgesteld. Als vuistregel geldt dat de meeste vrije ruimte tussen de koppelingspedalen is van 1/4 inch tot 1/2 inch van het pedaalpad naar de vloer. Aanbevelingen zijn om de gebruikershandleiding te bekijken voor een juiste koppeling van de koppelingspedaal.
Stap 14: Ga onder het voertuig door en vergrendel de borgmoer tegen de stelmoer. Hierdoor blijft de stelmoer vrij van elke beweging.
Stap 15: Controleer het koppelingspedaal op een stelschroef. De regelaar heeft een uiteinde met schroefdraad en is los van de kabel.
Het hecht aan het pedaal en de kabel. Draai de regelaar met de klok mee om de kabel vast te zetten. Draai de afstelknop tegen de klok in om de kabel los te maken.
Stap 16: Draai de borgmoer aan de achterkant van de regelaar aan. Dit houdt de regelaar strak van elke beweging.
Meestal bevindt dit type koppelingspedaal zich op grote voertuigen zoals pick-ups, campers en voertuigen met vierwielaandrijving.
- Notitie: Sommige voertuigen hebben een koppelingslager met een constant contact en vereisen geen beweging van het koppelingspedaal.
Stap 17: Verzamel alle gereedschappen en je klimplant. Plaats ze uit de weg.
Stap 18: Breng het voertuig omhoog. Til met behulp van een krik onder het voertuig op de opgegeven krikpunten totdat de wielen volledig van de grond zijn.
Stap 19: Verwijder de kriksteunen.
Stap 20: Laat het voertuig zakken tot alle vier de wielen op de grond zijn. Trek de krik uit en leg hem opzij.
Stap 21: verwijder de wielkeggen. Leg ze apart.
Deel 4 van 5: De gemonteerde koppelingskabel testen
Stap 1: zorg ervoor dat de transmissie in neutraal staat. Zet de contactsleutel aan en start de motor.
Stap 2: Druk het koppelingspedaal in. Verplaats de versnellingshendel naar een keuze naar keuze.
De shifter moet gemakkelijk in de gekozen versnelling schuiven. Schakel de motor uit als u klaar bent met de test.
Deel 5 van 5: Test het besturen van het voertuig
Stap 1: Rijd het voertuig rond het blok.
- Notitie: Tijdens de testrit schakelt u één voor één over van de eerste versnelling naar de hoogste versnelling.
Stap 2: Druk het koppelingspedaal in. Doe dit bij het overschakelen van de geselecteerde versnelling naar neutraal.
Stap 3: Druk het koppelingspedaal in. Doe dit bij het verplaatsen van de neutrale stand naar een andere versnellingskeuze.
Dit proces wordt dubbele koppeling genoemd. Dit zorgt ervoor dat de transmissie weinig tot geen stroom van de motor heeft met de koppeling goed ontkoppeld. Het proces is om schade aan de koppeling en schade aan de versnellingsbak te voorkomen.
Als u geen slijpen hoort en het schakelen soepel overgaat van de ene versnelling naar de andere, is de koppelingskabel correct bevestigd.
Als het knarsgeluid van de koppeling terugkomt of als het koppelingspedaal te los of te strak aanvoelt, moet u mogelijk de kabel opnieuw afstellen om de uitrekking te fixeren. Als de koppelingskabel werd vervangen maar u hoort een knarsgeluid bij het opstarten, kan er een verdere diagnose zijn van het ontkoppelingslager van de transmissiekoppeling en koppelingsvork of mogelijke transmissiefout. Als het probleem aanhoudt, moet u hulp zoeken bij een van onze gecertificeerde monteurs die de koppeling en transmissie kunnen inspecteren en het probleem kunnen stellen.